Wij zijn niet te koop
Wij zijn niet te koop
Hagenaars van Marokkaanse afkomst zijn het zat. Onder de leuzen “Stop Imar”en “Wij zijn niet te koop” demonstreerden zaterdag 3 november 2007 ongeveer 200 Hagenaars van Marokkaanse afkomst tegen het huidige subsidie beleid. Ook het spandoek: “Weg met handelaars in de problemen met onze jongeren” sprak boekdelen.
De 3,3 miljoen Rijkssubsidie, ook wel bekend als de Donnergelden of de Imargelden (Impuls Marokkaanse Risicojongeren), bereikt niet de doelgroep waar het om gaat. Doel van deze subsidie is het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, werkeloosheid en criminaliteit onder Haagse jongeren van Marokkaanse afkomst. De SP is het eens met het Comité van de Haagse Marokkanen (CHM) dat zij onvoldoende betrokken zijn bij de besteding van deze gelden. Vanuit het Ministerie van Justitie was betrokkenheid vanuit de doelgroep wel een voorwaarde.
Commerciële bureaus, zoals MOED, hebben uit deze subsidiepot geld gekregen. MOED is een week voor de indiening van een project ter waarde van 470.000 euro opgericht. Doel van hun project is (Haagse) leerlingen (van Marokkaanse afkomst) van het VMBO te begeleiden, om schooluitval te voorkomen. Maar ook Bureau Jeugdzorg, waaronder het JIT (Jongeren Interventie Team) snoepen mee van de subsidie. Als voorwaarden stellen zij dat jongeren met een laag IQ, zware psychiatrische problemen of verslaving niet in aanmerking komen voor hulp/begeleiding. Tevens wordt op hun internet sites duidelijk dat de jongeren gemotiveerd dienen te zijn.
De SP is nu juist van mening dat de groep jongeren, waar deze subsidie voor bedoeld is, juist niet gemotiveerd is, vaak verslaafd is, een psychiatrisch probleem kan hebben, en/of een laag IQ. Eigenlijk dient er volgens de SP eerst eens een goede analyse gemaakt te worden over de oorzaken van schooluitval, werkeloosheid en criminaliteit onder de Haagse jongeren van Marokkaanse afkomst. Pas dan kan men oplossingen bedenken en wel samen met de opvoeders.
Deze jongen voerde de demonstratie aan, op de vraag wanneer hij wel te koop zou zijn antwoordde hij: “Ik ben gratis, als ik als Nederlander aangesproken wordt!”
