Raadslid Lesley Arp over woonwagenstandplaatsen
Raadslid Lesley Arp over woonwagenstandplaatsen
De gemeente Den Haag, zelfbenoemde Stad van Vrede en Recht, handelt in strijd met het discriminatieverbod door het niet uitbreiden van het aantal woonwagenstandplaatsen. Zo oordeelde de rechter recentelijk. De SP heeft naar aanleiding van deze uitspraak verzocht om een reactie van het college en een debat. Lees hieronder de inbreng van raadslid Lesley Arp.
Voorzitter,
Voor het eerst in de geschiedenis is een gemeente door de rechter veroordeeld voor de discriminatie van woonwagenbewoners. Een dieptepunt voor de zelfbenoemde Stad van Vrede en Recht, maar ook de enige juiste uitkomst van de niet aflatende strijd voor gerechtigheid van woonwagenbewoners.
De eerste reactie van het college op deze historische uitspraak was eigenlijk ontluisterend eerlijk. Wethouder Balster gaf richting Omroep West aan dat het college het vonnis eigenlijk al zag aankomen en dat tot twee jaar geleden de politieke wil er eigenlijk niet was om iets aan dit probleem te doen. Maar die uitspraak vraagt wel om enige uitleg. Want deze wethouder is sinds december 2019 verantwoordelijk voor het woonwagenbeleid. Het College voor de Rechten van de Mens tikte Den Haag in 2020 op de vingers. Hoe kan het dan dat volgens de wethouder pas sinds 2022 urgentie wordt gevoeld? Waarom is hij niet meteen in actie gekomen? Ik ken deze wethouder als iemand die goed in zijn dossiers zit en vind het dus moeilijk te geloven dat hij niet van meet af aan bekend was met schade die het uitsterfbeleid heeft aangericht.
Voorzitter, de uitspraak van de rechter dwingt ons tot actie. Want onrecht constateren is niet hetzelfde als onrecht repareren. Om recht te doen aan de woonwagenbewoners zijn volgens de SP een aantal zaken nodig. Ik ga ze puntsgewijs af.
1. De stichting Sinti, Roma en Reizigers pleit in haar brief aan de raad voor het uitvoeren van een nieuw behoefteonderzoek, in samenspraak met de gemeenschap. Ook de rechter plaatste kritische kanttekeningen bij het door bureau BeFlex gedane onderzoek. Is het college bereid om gehoor te geven aan deze oproep?
2. Is het college ook bereid om eerder gedane onderzoek naar potentiële nieuwe locaties te actualiseren? Raadsleden die dit dossier al langer volgen weten dat dit geheime onderzoek uit 2021 ook locaties benoemt die inmiddels al op een andere manier zijn of worden ingevuld. Beide onderzoeken kunnen vervolgens de basis vormen van een definitieve nota Woonwagenbeleid, waarin lering is getrokken uit het vonnis.
3. Dat brengt mij bij de Henri Faasdreef. Bedoeld voor de huidige bewoners van de Energiestraat, maar ook voor extra standplaatsen op de langere termijn, dankzij een aangenomen amendement van de SP en vele andere fracties. Eindelijk lijkt er wat meer schot in de ontwikkeling te zitten. Kan de wethouder aangeven of er al een alternatieve plek in beeld is voor de bewoners van de zorgwoningen en kan hij garanderen dat Warmtelinq ook voor fase 2 van de ontwikkeling geen vertraging zal opleveren?
4. Dan het raadsvoorstel Isabellaland. Ik ben onlangs op bezoek geweest op de locatie en heb begrepen dat er al in 2016 verwachtingen zijn geschapen door het college over deze uitbreiding. De jonge generaties die op deze locatie wonen verdienen een eigen plek. Daarom zal de SP dit voorstel steunen. De hoge kosten die samenhangen met ecologie roepen natuurlijk wel vragen op. Aan de wethouder Buitenruimte wil ik vragen: als de kosten voor groen volgens het raadsvoorstel ruim 1,4 miljoen bedragen, waarom bedraagt de dekking uit het programma Buitenruimte dan slechts 65.000 euro? En belangrijker: stel dat we aan de dekking zouden tornen, zou dit dan invloed hebben op de haalbaarheid en planning van deze uitbreiding? Want snel de belofte richting deze bewoners inlossen is voor de SP het belangrijkste.
5. Dat brengt mij bij het laatste punt. De locatie Isabellaland bewijst dat het inzetten op de uitbreiding van bestaande locaties grote uitdagingen met zich mee kan brengen. In de rechtszaak heeft de gemeente aangegeven in te zetten op de aankoop van meerdere percelen grond met het doel om hier woonwagenlocaties van te maken. Graag zouden wij zien dat de wethouder de raad zo spoedig mogelijk, desnoods vertrouwelijk, informeert over deze pogingen. Want willen wij niet over 5 jaar op de vingers worden getikt door de rechter, dan is het echt zaak dat we op zoek gaan naar grotere nieuwe woonwagenlocaties. Is de wethouder bereid om dit als doel voor zichzelf te stellen op de korte termijn? Gezien het vonnis rekent mijn fractie op een positief antwoord.
Als afsluitend punt hoor ik graag of het college ook gehoor gaat geven aan het advies van de rechter om jaarlijks schriftelijk over de voortgang te rapporteren aan de Stichting. Het lijkt me goed als de raad ook een afschrift van deze rapportages ontvangt.
Reactie toevoegen