h

Toezegging bijbaantjes wethouders

26 januari 2010

Toezegging bijbaantjes wethouders

Afgelopen woensdag 20 januari werden de plannen rondom het gemeentelijke integriteitbeleid besproken. Onder het begrip integriteit wordt verstaan dat iemand zijn functie adequaat en zorgvuldig vervult, rekening houdend met zijn verantwoordelijkheid en alle in het geding zijnde belangen. Het voorliggend stuk nodigde uit de wethouder te vragen naar zijn nieuwste nevenfunctie voor de Task Force Breedband.

Het is niet voor het eerst dat hier onduidelijkheid over bestaat: neem bijvoorbeeld de rel over het gebruik van dienstauto’s en de kwestie Martini-Kool. U weet wel, die mooie dag in mei dat uitkwam dat wethouder Kool een onderzoeksklus gunde aan de zittende PvdA voorzitter Martini. Altijd goed voor urenlange debatten. De SP vraagt naar aanleiding van deze zaken al jarenlang om een aanpassing van de gedragscode voor Burgemeester en Wethouders. Dit wordt keer op keer door het college geweigerd. Ze zien er het nut niet van in.

Over het gesteggel rond het aanvaarden van een nevenfunctie kunnen we wat de SP betreft kort zijn. Een wethouder in dienst voor de gemeente Den Haag, dient allereerst zijn stad. Het aanvaarden van een nevenfunctie, en al helemaal één op persoonlijke titel, gaat ten koste van tijd die beter aan gemeentezaken besteed kunnen worden.

De SP stelt dus dat het aanvaarden van een nevenfunctie voorgelegd dient te worden aan de raad, die het tijdens een vergadering kan bespreken en vervolgens kan aanvaarden of afwijzen. Verantwoordelijk wethouder Huffnagel (VVD) bleef erop hameren dat het volgens de gedragscode niet hoeft en hij niets heeft fout gedaan. Hij gaat echter voorbij aan de gemeentewet artikel 41b, artikel 2. Hierin wordt gesteld dat – een wethouder het voornemen meldt tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad-.

Het SP voorstel om een maal per kwartaal een lijst voor te leggen aan de raad, werd na wat verbaal duw- en trekwerk door wethouder Huffnagel (VVD) overgenomen.

U bent hier